Het percentage vegetariërs onder de Nederlandse bevolking is toegenomen van circa 3,5% in 2003 naar ruim 4,5% in 2005. Het marktonderzoekbureau Aurelia! baseert deze ontwikkeling op grond van een in augustus afgenomen enquête onder 1000 supermarktbezoekers. Tot nu werd aangenomen dat het percentage principiële geen-vlees-eters stabiel was. Eind negentiger jaren kwam het bureau bij metingen ook uit op percentages tussen 3 en 4%.
De markt voor vleesvervangende producten is in de eerste helft van 2005 met ruim 25% gegroeid ten opzichte van dezelfde periode in 2004. In dezelfde periode zijn de huishoudelijke aankopen aan vlees in volume met 1,5% gedaald en in bestedingen gelijk gebleven. Dat de markt voor vleesvervangers sneller lijkt te groeien dan het percentage vegetariërs wordt verklaard door de opkomst van parttime vegetariërs, vleesverminderaars of mensen die gewoon wat meer variatie willen
Zolang vlees goed vervangen wordt door vleesvervangende producten, hoeft er geen probleem te zijn in het ontstaan van tekorten van de voeding. Eiwit tekort zal niet snel ontstaan, wel is het belangrijk om te letten op een goede ijzerinname. Goede vleesvervangende producten zijn: tofu, tempeh, groenteburgers, Tivall, Quorn, noten, peulvruchten. Ook Valess producten en kaas kunnen als vleesvervanger gebruikt worden, alleen bevatten deze minder ijzer dan de andere vleesvervangende producten.
Bron: FoodHolland