Een depressie is een emotionele toestand, die zich uit in somberheid, moedeloosheid, een lage zelfwaardering en soms een onvermogen om zichzelf te handhaven. Deze verschijnselen houden ten minste 2 weken aan en als gevolg hiervan komt het dagelijks functioneren onder druk te staan. Ouderen hebben een hoger risico om een depressie te krijgen omdat zij veel vaker te maken hebben met stressvolle gebeurtenissen, tegenslagen en verlies of door chronische ziekten, pijn en afname van functioneringsvermogen. Bij ouderen is eerder sprake van aandoeningen die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden en daardoor ook de stemming, bijv. dementie, CVA of ziekte van Parkinson. Meestal ontstaat een depressie geleidelijk.
Verschijnselen
Minor depressive disorder = beperkte depressie (2 tot 4 criteria)
Major depressive disorder (DSM-IV) = depressieve stoornis (5 van de criteria)
- Verdrietig, leeg, down, sombere gelaatsuitdrukking
- Interesseverlies
- Verlies van eetlust, gewichtsverandering
- Moeite met in- of doorslapen
- Snel geïrriteerd, vijandige houding of juist geremd en apathisch
- Moe en lusteloos, verlies van energie
- Schuldgevoelens en gevoelens van waardeloosheid
- Zich moeilijk kunnen concentreren en/of beslissingen kunnen nemen
- Telkens aan de dood denken of dood willen
In ieder geval is sprake van de eerste 2 symptomen. Deze symptomen belemmeren het dagelijks functioneren. Een in een vroeg stadium gediagnosticeerde depressie heeft ook bij ouderen goede behandelperspectieven. Daarom is het juist bij ouderen met een verhoogd risico op een depressie goed om standaard te screenen. Wat heel belangrijk is om ook naar lichamelijke oorzaken en voeding te kijken of er anemie (bloedarmoede), vitaminegebrek of hypothyreoïdie (trage schildklier) is.
De diëtist kan hierbij (praktische) voedingsadviezen geven. Ook bij een verminderde eetlust kan de diëtist adviezen op maat geven.
MB