Sanquin (bloedvoorzieningsorganisatie) maakt dan gebruik van een nieuwe bloedtest. Vanaf 1 juli krijgen zwangere vrouwen met de bloedgroep rhesusnegatief niet meer automatisch de rhesusprik toegediend. Met deze nieuwe test kan al in de 27e week van de zwangerschap gezien worden of het ongeboren kind rhesuspositief of –negatief is. Voorheen kon dit pas na de bevalling worden vastgesteld.
Per jaar kregen ongeveer 27 duizend zwangeren met rhesusnegatief bloed de rhesusprik. Volgens Sanquin gaat dit aantal met 40% omlaag.
Heeft het ongeboren kind bloedgroep rhesuspositief en de moeder rhesusnegatief, dan maakt de moeder antistoffen aan tegen het bloed van de baby. Om dit te voorkomen, krijgt de moeder in de 30e zwangerschapsweek een zogenoemde anti-D-prik. Met de nieuwe bloedtest kunnen verloskundigen en gynaecologen deze prik veel gerichter toedienen.
Sanquin is ‘bijzonder trots’ op de ‘doorbraak’ en het wetenschappelijk onderzoek dat daartoe heeft geleid. “Moeders worden niet meer onnodig geprikt en minder gebruik van geneesmiddelen betekent ook minder kosten”, zegt Theo Buunen, voorzitter raad van de raad van bestuur van Sanquin Bloedvoorziening.
Bron: Nu.nl
