Goede vetzuren kunnen mogelijk een hartinfarct voorkomen

Op dit moment is er veel verwarring over het belang van vetzuren om hartinfarcten te voorkomen. Recente onderzoeken zetten vraagtekens bij de noodzaak om de inname van verzadigde vetzuren in de voeding te verlagen en die van meervoudig onverzadigde vetzuren te verhogen.

 

 

Onderzoekers van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, maken in een artikel in de British Journal of Nutrition aan de hand van een literatuurstudie duidelijk wat de beste inname is van vetzuren. Samenvattend geeft de beste garantie voor een laag risico op een hartinfarct:: een lage inname van verzadigde- en transvetzuren. Een minimale inname van 10 gram per dag voor vrouwen en 15 gram per dag voor mannen van het meervoudig onverzadigde vetzuur linolzuur. Plus een inname van minimaal 250 mg per dag van bepaalde visvetzuren.

Verzadigd vet minder schadelijk dan gedacht?In 2010 is veel ophef ontstaan over een publicatie in The American Journal of Clinical Nutrition waarin de resultaten van zestien epidemiologische onderzoeken naar het verband tussen verzadigd vet in de voeding en het krijgen van een hartinfarct werden samengevat. In deze analyse werd geen verband gevonden, terwijl in de voedingsvoorlichting altijd is gezegd dat een hoge inname van verzadigd vet het risico op een hartinfarct verhoogt.

De verklaring voor het ontbreken van een verband is dat in die studies de inname van verzadig vet slechts één keer gemeten is. Voor het aantonen van een verband tussen verzadigd vet en een hartinfarct moet de inname van verzadigd vet op minimaal 22 dagen gemeten worden om een betrouwbare schatting te krijgen.

Het negatieve resultaat van deze epidemiologische analyse, wordt tegengesproken door de resultaten van de gecontroleerde voedingsproeven die de afgelopen 40 jaar zijn uitgevoerd, waarin verzadigd vet is vervangen door meervoudig onverzadigd vet. Die proeven lieten zien dat deze vervanging zowel het slechte cholesterol als het risico op een hartinfarct verlaagt.

Alfa-linoleenzuurEr zijn sterke aanwijzingen uit epidemiologisch onderzoek dat transvetzuren het risico op een hartinfarct verhogen. Die worden ondersteund door gecontroleerde voedingsproeven die laten zien dat deze vetzuren het slechte cholesterol verhogen en het goede cholesterol verlagen. Er is geen duidelijk effect van enkelvoudig onverzadigde vetzuren op het hartinfarct vastgesteld.

Het meervoudig onverzadigd vetzuur linolzuur verlaagt in goed gecontroleerde voedingsproeven het slechte cholesterol en het risico op een hartinfarct. Er zijn nog onvoldoende gegevens om een uitspraak te kunnen doen over het belang van alfa-linoleenzuur voor een hartinfarct. Epidemiologisch onderzoek en gecontroleerde voedingsproeven laten zien dat een inname van 250 mg per dag van de visvetzuren EPA en DHA het risico op een hartinfarct verlaagt. Dit komt overeen met minimaal een keer per week vis eten.
Aanbevelingen

De literatuurstudie van de Wageningse onderzoekers leidt tot de aanbeveling om een voeding te gebruiken die zo weinig mogelijk transvet bevat, laag is in verzadigd vet en minimaal 250 mg per dag van de visvetzuren EPA en DHA. De Nederlandse voeding bevat meer dan de minimaal benodigde hoeveel van alfa-linoleenzuur en linolzuur en daarom zijn geen specifieke aanbevelingen nodig voor deze vetzuren evenals voor de enkelvoudige onverzadigde vetzuren.

Om het risico op een hartinfarct te verlagen zou de aanbevolen voeding dan ook meer plantaardige en minder dierlijke voedingsmiddelen moeten bevatten. Dit betekent een voedingspatroon met plantaardige oliën waarin veel onverzadigde vetzuren zitten, dat rijk is aan volkoren graanproducten, peulvruchten en groenten en fruit, dat minimaal een keer per week vis bevat, en minder vlees- en zuivelproducten.
Transvetzuren

Verzadigde vetzuren komen vooral voor in vlees en zuivelproducten. Transvetzuren zijn grotendeels uit de voeding in Nederland verdwenen en komen tegenwoordig voornamelijk nog in lage hoeveelheden voor in vlees, zuivel, koek en gebak. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren komen veel voor in plantaardige oliën zoals olijfolie, en het meervoudige onverzadigde vetzuur linolzuur in zonnebloemolie en sojaolie. De visvetzuren EPA en DHA zitten vooral in vette vis zoals haring, makreel en zalm. De voorloper van de visvetzuren alfa-linoleenzuur komt voor in plantaardige oliën zoals sojaolie en raapzaadolie.

Noors onderzoek over omega3 gezondheidseffectenOp 28 juni 2011 is een review verschenen van het Noorse Wetenschappelijk Comité Voedselveiligheid (VKM) over de gezondheidseffecten van omega-3 vetzuren uit voedingssupplementen en verrijkte levensmiddelen. De positieve gezondheidseffecten zijn vooral gerelateerd aan coronaire hartziekten, ontsteking- en immuun functies en het centraal zenuwstelsel en de mentale gezondheidsfuncties. Op basis van de onderzochte studies werd geconcludeerd dat er geen nadelige effecten zijn van een inname van EPA en DHA.

De hoogste inname van EPA en DHA die werd aangetroffen was 6,9 g/dag. Vijfennegentig procent van de inname van de Noorse bevolking lag ver onder de 3,5 gram EPA en DHA per dag.
Het grootste aandeel van de oliën die naar de voedingsupplementen industrie gaat is afkomstig van marine oliën (zoals visolie, levertraan en krill-olie). Ook de verrijking van levensmiddelen met deze oliën neemt toe.

Bron: http://www.natuurdietisten.nl

(MB)

 

 

 

 

facebook share facebook share

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>