Er zijn een heleboel verschillende soorten glucosemeters op de markt. Bij elke doelgroep hoort er gekeken te worden naar welke meter het beste past. Zo verschilt een glucosemeter voor kinderen van een glucosemeter voor ouderen of slechtzienden. De meter voor kinderen moet bijvoorbeeld stevig zijn en voor ouderen en slechtzienden is er een exemplaar met grotere letters.
Nu is het dus zo dat de patiënt vaak het goedkoopste exemplaar krijgt. Op deze manier proberen zorgverzekeraars en apothekers slimmer in te kopen. Dit kan gevolgen hebben voor de gezondheid van de patiënt. Wanneer de meter niet optimaal werkt en niet afgestemd is op de patiënt, kan het zijn dat de patiënt onjuiste waarden afleest en dus een verkeerde hoeveelheid insuline gebruikt.
De tweede kamer wil hier iets aan doen. Zo vinden zij dat de patiënten zelf moeten kunnen kiezen voor een glucosemeter. Op deze manier leven de patiënten langer in gezondheid, wat een hoop problemen voorkomt en dus geld zou moeten besparen. De diabetesvereniging gaat nu onderzoeken welke meters goed zijn en welke niet. Daarnaast komt er een online keuzehulp.
Voor meer informatie over de glucosemeters en de online keuzehulp kunt u terecht op de website van de Diabetesvereniging. Ook kunt u altijd terecht bij de diëtist voor vragen en advies over onder andere diabetes.
(AH)
